Een deken, niet alleen voor de kou.

Zou de geestelijkheid ook een vakbond hebben? Dan hebben ze reden om te staken, zeg nu zelf: pensioen op 75! Deken van Ternat Jozef De Ridder werkte zo door tot zijn 75, weliswaar op vrijwillige basis maar toch. Belleman ging even kijken hoe het gaat met de man in zijn nieuwe leven.

Lesgever, pastoor, deken, auteur

Als jonge Opwijkenaar trok Jozef samen met 14 Opwijkenaren op internaat naar het Klein Seminarie van Hoogstraten. Ook niet bij de deur. Na zijn opleiding werd hij in 1968 tot priester gewijd en aansluitend lesgever in Mechelen. In 1985 werd hij tot pastoor benoemd in Ternat om in 1989 Deken te worden. In 2000 werd hij zo verantwoordelijk voor 35 parochies.

Uit ons gesprek blijkt snel dat dit een meer dan gevarieerde baan is met taken die niet zo direct in het oog springen. In 2007 legt hij het ambt van Deken neer om alleen nog voltijds pastoor te zijn in Ternat. Een gemeente waar uiteindelijk vier parochies zijn aandacht vragen. Maar hij doet dit graag, dat voelt Belleman duidelijk aan de warmte waarmee Jozef praat over ‘zijn’ Ternat.

Gelukkig vindt hij als pastoor steun bij een actief parochieteam dat maandelijks samenkomt. De ervaring heeft hem geleerd dat je als mens niet alles alleen kunt doen en goede mensen rondom jou nodig hebt.

Ondanks de drukte van het ambt, vindt Jozef toch tijd om voorzitter te zijn van de Cultuur- en Heemkring Sint-Gertrudis waar hij een geziene verzamelaar en publicist is. Naast zijn intussen vermaarde verzameling van onder andere bidprentjes en overlijdensberichten, is hij de auteur van ‘’ ’t Zijn al geen heiligen die grote Paternosters dragen”. Een werk over de kledij van de verschillende nonnenkloosters. Het is gekend tot buiten de grenzen en wordt gebruikt als naslagwerk. Het opzoekwerk bracht hem tot in de verste uithoeken en leverde heel wat aangename en soms verrassende contacten op in de verschillende kloosters.

Een verrassende anekdote mag Belleman jullie niet onthouden. Toen hij op bezoek was in een klooster in West-Vlaanderen kwam het gesprek moeilijk op gang. Hij voelde een soort van wantrouwen. Geleidelijk aan wist hij de zusters hun vertrouwen te winnen. Toen hij uiteindelijk afscheid nam was er een zuster die zei:” Ge spreekt gij nog heel goed Nederlands om van Brussel te komen”. De West-Vlaamse zusters dachten enen van Ternat, dat is tegen Brussel, die spreekt zeker en vast Frans… Nadien konden ze er smakelijk om lachen.

Een ander verhaal doet Belleman even het voorhoofd fronsen. Op een keer wordt de Deken in het holst van de nacht uit zijn bed gebeld. Er staat een zwaar ongerust echtpaar voor de deur dat hem vraagt om dringend mee te komen want hun huis is behekst. Jozef deed wat verwacht werd: door een aantal flinke geuten van de kwispel met wijwater ging de duivel op de loop. Voor hem was het een op zijn zachtst gezegd een wat rare situatie, maar toch de mensen werden geholpen. Jozef heeft van dergelijke duiveluitdrijvingen niet direct zijn specialiteit gemaakt… 

Wat meer tijd

In al die tijd heeft Jozef het kerkelijk leven, zoals overal in Vlaanderen, ook in Ternat zien veranderen. Er komen nu eenmaal minder mensen naar de misvieringen. De ontkerkelijking is een fenomeen dat ook te merken is voor het toedienen van bepaalde sacramenten.

Het aantal kerkelijke huwelijken zag hij een bepaald moment terugvallen van 25 per jaar naar 1. Het is nu opnieuw gestegen tot 11 keer per jaar. Doopsels blijven gelijk, maar daar is er het fenomeen dat kinderen pas gedoopt worden net voor hun Eerste Communie.

Omdat hij officieel met pensioen is, betekent dit nog niet dat Jozef gaat stilzitten. Hij zal immers in samenspraak met pastoor Sven nog ingeschakeld worden.

Het zal echter niet meer zijn zoals vroeger: twee begrafenissen in de voormiddag en dan nadien nog de missen in de verschillende parochies. Tegen de avond aan was de stem soms zoek. Een stem die hij nochtans graag laat horen. Naast zijn aandacht voor het doordachte woord, zingt hij immers ook graag. Muziek werd hem van thuis uit meegegeven met een vader die tot bijna aan zijn dood lid was van de harmonie in Opwijk. Jozef zelf speelt klarinet, trompet en piano. Dit laatste oefent hij nog dagelijks.

Hij blijft op de pastorij van Ternat wonen. Wat je 31 jaar met hart en ziel hebt gedaan kan je immers niet zomaar achterlaten. Er zal wat meer vrije tijd komen (misschien wat meer tijd voor een reisje…?) maar hem nu wat beter kennende, denkt Belleman dat hij een geëngageerd man zal blijven en dan is stilzitten moeilijk.

Belleman