Een kleine garnaal

De vader van Evaristje, een ijverig man als hij het niet vergeet, was op zoek naar een flexi job. Je weet wel zo een job waarbij je steeds beschikbaar moet zijn maar waar de financiële verwachtingen best realistisch zijn. In het buitenland worden ze hamburgerjobs genoemd. Ze houden de mensen bezig en als het niet lukt is er nog steeds de voedselbank.

In het Staatsblad van het omliggende koninkrijk had hij gelezen dat Oostduinkerke een dertiende garnaalvisser zocht. Dertien, le point de Judas, maar kom alle centen zijn welkom in deze onzekere tijd.

Op een morgen maalde hij de vele kilometers af naar de badplaats waar de paarden de schrik uitmaken van de vis van het jaar: de garnaal. Het examen bestond uit theorie en praktijk en het dient gezegd men stond open voor iemand van een verre Onafhankelijke Republiek, het dienden niet allemaal West-Vlamingen te zijn…

De eerste theorievraag was: “Hoe noemen we in het lokale dialect garnalen?” Een kwartier later zat de ambitieuze papa van Evarist al in de wagen zichzelf te vervloeken wegens de vele verloren kilometers die waren gereden. Hoe haalde hij het in zijn hoofd hieraan mee te doen? Blijkbaar diende je ook een boerenpaard te hebben, wist hij veel… Een paard om te vissen, hoe verzinnen ze het!

Belleman