Expeditie Vrijstaat

Fris gesmeerde boterhammetjes, een thermos verse koffie netjes geschikt in de immer klaarstaande knapzak. Die ene trouwe lezer weet, de andere voortaan ook, dat we voor boodschappen (blijde, grote en kleine) in de Onafhankelijke Republiek Overnelle (ORO) aangewezen zijn op de naburige Vrijstaat. Winkels genoeg, ook te merken aan het verkeer.

Na een fikse tocht waarbij heel wat hindernissen dienen overwonnen kom ik eindelijk terecht bij de geliefde winkel. Het lot is mij gunstig gezind, ik heb nummer 115 zodat ik al in de verte langsheen de wachtrij de luifel kan zien van de winkel. Het is een voorrecht hier te mogen aanschuiven maar je moet wat tijd uittrekken ook al is de bediening efficiënt. Ik reken meestal een halve dag, verplaatsing inbegrepen.

Als ik bijna de glazen deuren kan zien, stopt er een grote zwarte SUV-bolide zoals je ze vaak kan opmerken in het graafschap Lippens. Het Saharazand stuift op en dwarrelt neer op mijn met te dure zonnecrème gemarineerde kuiten. De vakantiesfeer zit er meteen in. De deur van de wagen zwiept open, een linkerbeen met rode voetzolen verschijnt, het rechterbeen volgt. Normaal, anders diende de chauffeur te blijven zitten. De benen dragen een te mager iemand met de haren op de juiste plek en te grote zonnebril.

In de geduldige rij vegetariërs stijgt een verontwaardigd gemor op als ze zonder verpinken voorbijgaat en bij een vriendin gaat staan. Deze volgde duidelijk een avondcursus Frans en had voor de bolidedame al een nummer getrokken… De immer vrolijke slager bedient haar. “’t Is kij hebt 200 grammes de Janbon?” komt er uit de gestifte mond. De slager die uit economische noodzaak zijn talen kent antwoordt in vlekkeloos Frans waar toch een licht Opwijks accentje te horen is: “Non madame, nous n’avons plus de Janbon mais bien du jambon.” “Mais je veux du Janbon!” Désolé madame on aura peut-être du Janbon après les élections de septembre…” “Erections?” “Non madame élections” repliceert de goedlachse slager.

Haar aftocht is roemloos met een te grote stofwolk als gevolg. Ocharmen mijn zonnecrème!

Voor mij staat een wat oudere meneer die 200 gram poezekesvlees wil, vacuüm verpakt. De slager doet dit zonder verpinken. Ik vraag “Vacuüm?” “Ja” antwoordt hij “met de rabiës bij deze dieren ben je maar best voorzichtig…”

Als ik uiteindelijk buiten geraak moet ik inwendig lachen. Wat een volkje toch die rakkers van de Vrijstaat, hier zit stof genoeg.

Belleman