Het cijferrrrrraam!

Het krakend houten stoeltje verraadt me als ik zit te wiebelen en het Gods alziend oog of moet ik zeggen oor, in dit geval zuster Clemence, hoort dit niet graag.

We spreken over het jaar 1960 toen bewegen, zeker in een klasje met 25 anderen, niet werd aanbevolen als gezonde therapie. Zuster Clemence die in tegenstelling tot haar streng uiterlijk (wat te grote neus, overdreven brilglazen en een wat lichte zwartige dons) wel inderdaad mild kan zijn, doet haar best om die niet al te grote slimmeriken van het eerste leerjaar te leren tellen. Tot honderd alstublieft.

Wie heeft dat ooit al bij mekaar gezien? Honderd! We hadden nog nooit honderd frank gezien. Voor de jonge lezers: frank is niet de weerman maar de oude munt voor de euro.

Om het leven, het leren wat eenvoudiger te maken doet zuster Clemence beroep op een groot houten telraam met kleurrijke bolletjes die je kan over en weer schuiven. Hier en daar is er al wat verf verdwenen maar dat komt niet door zuster Clemence maar door het ontiegelijk gebruik als rammelaar door balorige snotneuzen.

“Belleman kom naar voor!” Ik schrik me een aap en strompel naar haar toe om de zoveelste publieke vernedering te ondergaan voor mijn vriendjes. “Je hebt hier 100 bolletjes, toon mij eens hoeveel 40 dan is!” Op goed geluk schuif ik de eerste drie rijen van 10 naar de andere kant, weet ik veel. “Dat is 30 of drie rijen van 10. Hoeveel rijen moet je nog verplaatsen om 40 te hebben?” Het getal 40 zegt me iets. Ik heb een nonkel die net 40 is geworden en een nieuwe aansteker van Ronson heeft gekregen van mijn peter. Het is gene man die niet roken kan.

Ik schuif er nog een rij bolletjes bij. Wat gebeurt: de zuster trekt me bijna aan haar vermomde boezem onder luid applaus van de 25 andere rakkers die beter zijn in nul en één dan in 40.  Het is correct! Victoria, victoria!

Mijn pril geluk is van korte duur…”Wat is nu het meeste? Die 60 bolletjes die overblijven of die 40 bovenaan die je hebt verplaatst?” Ik toon, nog in de war door mijn victorieroes, het verkeerde stuk van het telraam, de 40 bovenaan! “Ha, voor meneer is 40 meer dan 60! Je gaat het echt niet ver brengen in het leven!”

De warme boezem van zuster Clemence is al ver weg en ik hoor haar nog roepen vooraleer ik naast mijn krakend stoeltje val. “Misschien kan je in de politiek gaan, maar dan toch niet in Ternat! Misschien in Ninove... dan hebben we hier niet te veel last van jouw rekenwonder!”

Ik murmel nog iets over “het deficit van de democratie”. Maar tevergeefs, de zuster heeft immers altijd gelijk!

Belleman