Is er een dokter in de zaal?

Een hoestbacil? Een malariamug? Neen, de toneelmicrobe! Niet onschuldig zo blijkt!

Dit venijnige kleine beestje maakte al vele slachtoffers in Ternat.

Vooral bij gezelschap Tijl waar Geo Raspé al lang deel van uitmaakt, woekert deze ziekte ongehinderd verder! Dit jaar reeds 50 jaar. Het moment om er iets aan te doen, vandaar mijn gesprek met de man in de hoop voldoende ingeënt te zijn.

De figuur van “Cyrano de Bergerac” met zijn opvallende neus staat in mijn geheugen gegrift door een opvoering van Tijl waar Geo een glansrol neerzette. De tirade voor Roxanne onvergetelijk! Ik hield deze nazomer nog respectvol halt in het Franse stadje Bergerac waar men twee standbeelden van Cyrano kan bewonderen. Eentje weliswaar met een geschonden neus maar toch ging er nog glorie van uit.

De laatste voorstelling “Helden” in het park Kruikenburg blijft nog nazinderen. Gewoon sterk en intiem gebracht! Nu staat “Tijl Uilenspiegel en Filip II” op het programma.

Terug met Geo naar de zomer van 1981 als hij start bij Tijl met het wagenspel “Mie Gendarm”. Het was Pol Van Bossuyt die aan zijn mouw kwam trekken om mee te doen. Pol was een straffe kerel in het toneelwereldje met een heel eigen, gewaardeerde kijk. Hij was niet veel van zeg maar wist waar hij met zijn toneelvolk naartoe wilde. Zijn werk werd gesmaakt, vertelt Geo, hij haalde het beste uit zijn mensen.

Bij Geo begon de toneelmicrobe al vroeger te kriebelen. Reeds tijdens zijn humaniora vroeg hij om mogen mee te doen met het schooltoneel, maar hij kreeg thuis nul op het rekest. Toneelspelen zat nochtans langs beide kanten in de familie. Na zijn studie begon hij dan volley te spelen tot uiteindelijk Pol Van Bossuyt hem aansprak.

De “ziekte” had hem te pakken en woekert steeds verder. Met “Le malade imaginaire” kreeg hij zijn eerste grote rol bij Tijl. Hij sprong ook een paar maal in bij andere toneelverenigingen. Een keer werd hij gevraagd door zijn lievelingsregisseur Bram De Win om mee te doen in een stuk van Ibsen in “Het Nieuwstedelijk”, een professioneel gezelschap in Leuven. Het werd een angstig-passionele belevenis, zo zegt Geo, met een sterke impact op zijn acteur zijn/worden.

Wie Geo ziet evolueren op de scène, beseft niet dat deze man lang toneelangst heeft gehad. Het verminderde door zelf zelfrelativering aan te leren, een deugd die ook nu en dan doorklinkt in ons gesprek. Hij praat veel en graag, het is geen persoon die zich verstopt, maar hij kent ook zijn plaats en het uiteindelijk belang van zijn bezig zijn. Geo was ook 20 jaar voorzitter van Toneel Tijl. Nicole, zijn echtgenote, deed lange tijd de job van secretaresse van Tijl. Toneel Tijl zat in de muren thuis…

Hij is nog altijd blij met de komst van het CC De Ploter. Het bood niet alleen mogelijkheden qua infrastructuur maar tegelijkertijd werden hun stukken mee opgenomen in een programmatie die kon tellen. Daar lag dan meteen opnieuw een uitdaging voor de groep.

Geo vertelt dat de manier van acteren heel wat veranderde. Er is geen plaats meer voor ‘overacting’ De manier van zeggen is belangrijker. Hij heeft moeten leren “intiem” spelen, met het risico van de verstaanbaarheid in de zaal. Met het stuk “Helden” werd alles opnieuw op een hoger niveau getild. Hij noemt het de creativiteit die ingaat tegen de vanzelfsprekendheden. Geo heeft soms wat problemen met tussentaal. Hij zelf zou soms durven kiezen voor dialect, wat is daar trouwens verkeerd aan, zo stelt hij zich de vraag. Ook technisch evolueerde Tijl heel sterk.

Lieve en Nestor medestichters van Tijl, spelen in het nieuwe stuk opnieuw een belangrijke rol. Er is plaats voor jong en oud want het gezelschap kende een belangrijke verjonging zowel qua spelers als qua regisseurs. Dit biedt heel wat andere mogelijkheden. Het wordt er echter niet makkelijker op en de lat komt steeds wat hoger te liggen. Het risico dat het publiek een bepaald moment afhaakt, is dan groot. Maar dit gebeurt niet en daar is Geo heel tevreden mee. Het zoeken en vernieuwen van de groep wordt geapprecieerd.

Ons gesprek met deze “toneel besmette” mens zit er bijna op. Men komt hem opeisen vanuit de zaal, de planken wenken. Een ander mens staat recht, energie te over.

Als ik de Ploter verlaat, dien ik mijn zakdoek te nemen. Hopelijk is het maar gewoon wat snot en raakte ik niet besmet!

“Tijl Uilenspiegel en Filip Twee” wordt het volgende stuk. De opvoeringen gebeuren in De Ploter op 24 en 25 november en 1 en 2 december. Hier kan je ook terecht voor kaarten. Het stuk werd geschreven door Pieter Klinck die ook de regie voor zijn rekening neemt. Waarop wachten jullie nog?

In maart volgt er nog een officiële viering van 50 jaar Toneel Tijl. Daarover later meer.

Belleman