Ternat net gehaald!
Het is telkens een berekend risico. Je komt terug van een (korte) trip en je brandstoftank begint langzaam te neigen naar de onvoorspelbare reservestand. Halen we nog onze thuishaven of stranden we in een onbekend oord? Mijn reisgezel is hier optimistisch, ik eerder mannelijk en dus argeloos want ik kon al vroeger getankt hebben.
We halen het, getuige dit stukje. Waarom Ternat? We wonen er omwille van de goedkope benzine, nergens zagen we deze prijzen dus is het logisch dat we thuis tanken. We behoren dus niet tot de tanktoeristen en betalen normaal geen motorbrandstoffendistributieapparatentaks.
De gulzige wagen klokt nog maar net de eerste benzine naar binnen als ik een wat kortere meneer zie met een sprankelnieuwe oranje uniformvest en een wat over de oren gezakte te grote uniformpet in een andere kleur. Over kleuren moet je nooit moeilijk doen in Ternat, dat heb ik geleerd. De officiële meneer doet duidelijk zijn ronde en ook ik ontsnap niet aan zijn strenge aandacht. Hij schuift zijn pet wat meer in de nek en veegt zijn zware zweetparels weg, als ik pas zie wie het is: Beaujo van de gemeente. “Ha! Jij bent het! Hoe gaat het makker? Een bijverdienste?” is mijn eerste reactie.
Twee vragen te veel want de spraakmachine is al gestart. Goed voorbereid komt het verhaal eruit: “Ik sta hier met etiketjes om op de voorruit van de wagen te kleven, zo kan het station herkennen dat je een inwoner bent van Ternat en ontsnap je dus aan de motorbrandstoffendistributieapparatentaks.” Voor dit laatste woord heeft de ijverige man een spiekbriefje bij de hand. “En wat moet dat etiketje kosten?” is mijn vraag want ik ben steeds op mijn hoede. “Omdat het voor jou is: 20 cent!” is de guitige repliek van Beaujo die duidelijk niet om een grapje verlegen zit.
Ik stap opnieuw in en mijn reisgezel zit met tranen van het lachen. Ik reik haar mijn met benzine besmeurde zakdoek. “Heb jij die rakker aan de overkant zien staan met zijn verschillend gekleurde laarzen aan en een gele helm?” vraagt ze me tussen twee gierbuien in. “Het is Ben die Beaujo al een tijd in het oog houdt! Hij maakt duidelijk afkeurende gebaren naar hier met naast hem een meneer op krukken ook met zo een pet op maar een oranje.” Bij nader toezien blijkt het om de eerste burger van Ternat te gaan die in discussie is met gehelmde Ben.
Ik moet toegeven, het is een smaakvol ontworpen klevertje van goede kwaliteit. Sinds ze op de gemeente wat grafische ontwerpers hebben rondlopen is dat een zorg minder. Het siert mijn voorruit en wordt me zichtbaar beneden door al die tanktoeristen die hier de steenweg blokkeren. Als het goed is, zeggen wij het ook!
Belleman