Waarom ik dit niet schrijf.

Ik heb er wat aan getwijfeld en heb nu beslist van het niet neer te schrijven voor mijn twee trouwe lezers.

Ik ga niet schrijven dat bij deze verkiezingen een bepaald beleid werd afgestraft door de Ternattenaar, wiens geheugen wordt onderschat. Ik ga ook niet schrijven dat woordbreuk (van wie dan ook) onderweg nog altijd wordt bestraft ook al denken sommigen ermee weg te komen.

Ik ga ook niet schrijven dat bepaalde politieke kopstukken een pak slaag hebben gekregen omdat ze situaties verkeerd hebben ingeschat. Ik ga dit niet schrijven omdat ik nooit leedvermaak heb met de verliezer van een verkiezing, dat brengt niets op voor een beter samenleven en is contraproductief. Tenslotte heb ik nog altijd respect voor iedere vrouw en man die nog de lef heeft om politiek zijn nek uit te steken, ook al apprecieer ik zijn standpunten niet. De kiezer is tenslotte wijs genoeg om ons te tonen wat hij/zij wil?

Ik ga zeker niet schrijven dat bij bepaalde kandidaten de hoogmoed kwam voor de val en dan weer andere waardevolle mensen het noodzakelijke resultaat niet halen om verder te kunnen. Dat is het risico, ook al verdien je beter. Misschien moet er bij bepaalde lijsten goed nagedacht worden wie lijsttrekker wordt en is een bepaalde realiteitszin op zijn plaats. Maar ik schrijf dit niet, want wie ben ik?

Misschien moet een partij met vroeger een duidelijke kleur, zich bezinnen nu de schade bij deze verkiezing werd beperkt. Misschien moeten deze paar mensen zes jaar lang opnieuw gaan voor hun eigen identiteit en project zodat men niet de verkeerde kleur van T-shirt hoeft aan te trekken en er programmapunten vermeld staan waarmee men het niet eens is. Maar ik schrijf dit niet, want tenslotte, wat weet ik?

Waarom ik niet schrijf dat Ternat op vele gebieden orde op zaken mag stellen: ruimtelijke ordening, sociaal beleid, mobiliteit, personeelsbeleid. Daarom schrijf ik ook niet waarom ik durf rekenen op een sterk gemeentepersoneel dat een nieuw streven naar verbondenheid uitdraagt naar de bevolking waarvoor ze instaan. Trouwens: hoe kan ik dit allemaal weten?

Wat ik wel weet en dus schrijf (omdat ik het heb gepikt bij François Boileau 17de eeuw) dat “du choc des idées jaillit la lumière”. Vrij vertaald uit het botsen van ideeën komt het licht (de inspiratie).

Tenminste als dit botsen in respect voor mekaar gebeurt en het licht dan uiteindelijk mag schijnen voor allen en niet alleen voor een paar bevoorrechten.

Het enige wat ik weet is dat ik niets weet; Socrates 5de eeuw V.C. Ik voeg hieraan toe: in de gezamenlijke zoektocht blijft er hoop.

 

Belleman