De jongen van 11

De school in Aalst gaf volgende tekst vrij n.a.v. het dodelijk ongeluk dat gebeurde in Aalst. Het is de school van mijn hart waar ik sinds 1977 aan de slag was zij het aan de overkant van de Pontstraat, de humaniora. Wat hier gebeurt is niet te vatten. 

Johan Van Gestel, oud-leraar en directeur op rust SJC Aalst.

De jongen van 11.

Die jongen is Celio. Onze klasgenoot, onze leerling, onze vriend.
Een coole gast met gekke kronkels in zijn hoofd. Hij deed ons lachen, heel veel en heel luid.
Een creatieve duizendpoot die zijn eigen hypes uitvond. Je moet het maar doen als jongen van 11.
Een jongen die zich niet aantrok wat anderen van hem vonden.
Niet moeilijk, want iedereen vond hem geweldig.
Je moest eens weten Celio, wat hier ondertussen allemaal over jou verteld is. Van ‘Yo dolle druiven, come to chilly’s’ snappen wij niks. Maar jij deed iedereen er om lachen en dat maakte jou zo een fantastisch kind. Eerst de ander, dan pas jij. Naar nieuwe kinderen op de speelplaats toestappen en zeggen: ‘Ik wil wel jouw vriend zijn.’ Je moet het maar doen, als jongen van 11.
Tik tak BOEM spelen, kreeg door Celio zijn uitspraken een extra dimensie. En als de juf zei: ‘Om het goed te maken breng je me morgen een fles champagne mee!’; dan deed Celio dat.
Maar eerlijk is eerlijk Celio. Je was ook soms een gigantische kluns. Dan stak je weer iets uit waarvan we dachten: da’s typisch Celio. Zo maakte je op je laatste toets van een cijferoefening nog één grote inktvlek en viel je zelfs eens in slaap op je bank. Dat werd dan gevolgd door je alomgekende ‘OW’.
We hopen dat je nu niet meer op je pennen moet bijten en dat waar je ook bent er chicken wings, hamburgers met bacon, pizzarolls en yoghurtjes zoals in de refter zijn.
Je blijft voor altijd onze leider op Brawl Stars. Ook je ‘popcornsteen’ geven we een mooie plaats in ons hart.
Je was een fiere grote broer, een durver en een doorzetter.
En ja, je kon soms eens boos worden. Maar nog veel belangrijker: je kon het ook weer goedmaken. Je was een positieve, blije, goedlachse kerel.
‘Celio, waarom lig je op de grond te rollen?’
‘Omdat ik nog een kind ben, juf’
Een kind, een jongen van 11.
Onze klasgenoot, onze leerling, onze vriend.
Onze jongen van 11.