Het hoogste rechtsorgaan
Er valt niet mee te lachen, tenminste niet binnen onze Onafhankelijke Republiek Overnelle (ORO). Wij zijn een democratische rechtsstaat die wettelijke normen hanteert, mochten jullie eraan twijfelen!
Onze rechtscolleges zijn een voorbeeld voor de omliggende bananenrepublieken met zevenentwintig regeringen en ministers nog in korte broek.
Die ene lezer weet dat in onze enclave de Raad van State, zoals overal, ons hoogste rechtscollege is. Wat dit college zegt, is het woord dat uiteindelijk beslist. Tenminste als de kranten nadien geen hetze beginnen te maken uit vrees om anderhalve lezer te verliezen. Maar het orgaan is een uitlaatklep voor ongeruste burgers, om welke reden ook. Juist of niet juist, gek of niet gek, iedereen kan zijn kans wagen.
En dat doen ze in onze Republiek! Onder invloed van die soms rare buitenwereld?
Zo waren er binnen onze Raad van State klachten genoteerd die dringend hun beslag verdienden.
Klacht 1: Pachter Petrus vindt dat de opbrengst van het methaan dat zijn koeien uitscheiden (uitschijten?) integraal voor hem moet zijn. Nu is dat 45 %. Een moeilijke discussie want eenmaal eigenaar van de brandstof kan Petrus de prijs bepalen van onze energievoorziening.
Klacht 2: De ‘Koninklijke Gerrebollingclub’ vindt dat hun bolling naar panklare kiekens moet kunnen doorgaan, corona of niet! Kiekens steek je niet in de diepvries, ze zijn panklaar!
Klacht 3: De ‘Lustige Karperpakkers’ gaat naar de Raad omdat de afstand van anderhalve meter te weinig is. Minstens drie meter is de norm volgens hun afspraken.
Klacht 4: De mountainbikers ‘de Modderfretters’ vragen om tijdens het rijden te mogen spuwen. Zowel links als rechts. Ze doen dit al jaren en willen deze vettige bezigheid niet onveranderd zien.
Onze Doorluchtige Voorzitter die het enige lid is van onze Raad van State nam ruimschoots de tijd. Het duurde zeker 49 seconden en alle indieners trokken hun klacht in. Tenslotte leven we in een democratie!
First Lady Angèle maakte een pot straffe koffie en herinnerde onze President eraan dat als dat panklaar kieken er niet kwam er misschien naar de slager in de vrijstaat diende gegaan.
Belleman