Kwart van Vlaams-Brabanders woont in overstromingsgevoelig gebied

Perscommuniqué via kabinet Tom Dehaene, Gedeputeerde Vlaams-Brabant

Een kwart van de Vlaams-Brabantse huishoudens woont op een plek met verhoogd risico op overstromingsgevaar. Dat blijkt uit de cijfers van de interprovinciale databank provincies.incijfers.be. De provincie Vlaams-Brabant zet verder in op het vermijden van waterschade  door overstromingen tegen te gaan in kwetsbare gebieden.

 Via de combinatie van de Watertoetskaart van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) met gegevens uit het Rijksregister kan men via provincies.incijfers.be tot op buurtniveau bekijken hoeveel Vlaams-Brabantse gezinnen geconfronteerd worden met mogelijk overstromingsgevaar.

“Na de grote watersnood van de afgelopen week hebben we de oefening gemaakt”, zegt gedeputeerde Tom Dehaene. “Wat blijkt? Meer dan een kwart van de Vlaams-Brabantse huishoudens woont op een plek met verhoogd risico op overstromingsgevaar. Meer bepaald woont 6,6% van de huishoudens in effectief overstromingsgevoelig gebied. Dit zijn gebieden die recent nog onder water liepen of waarvan modellen aangeven dat het er om de 100 jaar of frequenter overstroomt. 20,2% woont in potentieel overstromingsgebied. Deze gebieden zijn van nature overstroombaar, bij heel extreme weersomstandigheden, of bij een defect aan de waterkering, zoals een dijkbreuk.

Effectief overstroombaar gebied vooral in rand van Vlaams-Brabant

Een uitsplitsing van de data van de Vlaams-Brabantse gemeenten op kaart toont dat de grootste percentages huishoudens die in een effectief overstromingsgebied wonen zich vooral concentreren in een aantal gemeenten aan de randen van de provincie.

In Geetbets, Zoutleeuw, Linter, Hoegaarden, Begijnendijk, Kapelle-op-den-Bos en Affligem woont 12% of meer van de huishoudens in een gebied dat effectief overstroombaar is, net als in Holsbeek, Bertem en Sint-Pieters-Leeuw.  

Een meer fijnmazige uitsplitsing toont dat de hoogste percentages zich situeren in gebieden die langs belangrijke waterlopen liggen. Vooral rond de Grote en de Kleine Gete, de Dijle, de Dender, de Zenne en het zeekanaal Brussel-Schelde loopt het percentage huishoudens dat in overstromingsgebied woont op tot boven de 14%.

Potentieel overstroombaar gebied

Het percentage huishoudens dat in potentieel overstroombaar gebied woont, is vele malen groter dan het percentage huishoudens dat in effectief overstroombaar gebied gehuisvest is. In bijna de helft van de Vlaams-Brabantse gemeenten woont minstens een kwart van de huishoudens in potentieel overstroombaar gebied.

In totaal gaat het om 32.133 huishoudens of 74.674 inwoners van Vlaams-Brabant, die in effectief overstromingsgebied wonen, en daarnaast nog 98.934 huishoudens of 239.566 inwoners die in potentieel overstromingsgebied wonen.

Deze cijfers geven aan hoeveel huishoudens eventueel bedreigd worden door overstromingen.

“Hoeveel huishoudens er uiteindelijk te maken krijgen met wateroverlast bij noodweer, zoals dat van vorige week, zal altijd afhangen van de lokale omstandigheden, zoals de hoeveelheid neerslag, de snelheid waarmee het water kan afgevoerd worden of het in gebruik stellen van wachtbekkens”, besluit gedeputeerde Tom Dehaene.

Via provincies.incijfers.be kan men zelf de analyse maken van een gemeente, wijk of buurt.

Provincie maakt werk van strijd tegen wateroverlast

Op zich is het niet verwonderlijk dat vele Vlaams-Brabanders in overstromingsgevoelig gebied wonen. De eerste nederzettingen die later zijn uitgegroeid tot onze steden en gemeenten zijn ontstaan langsheen een waterloop.

"Overstromingen zijn een natuurlijk fenomeen en het weer hebben we niet in de hand. Maar dit belet ons niet om overstromingsschade in Vlaams-Brabant zo veel mogelijk te vermijden. Daarvoor werken we op verschillende niveaus", zegt Bart Nevens, gedeputeerde voor waterlopen.

Zo onderhoudt de provincie jaarlijks zo'n 1.400 km waterlopen. Tijdens de ruiming worden zwerfvuil, takken en andere hindernissen eruit gehaald. Ook worden de taluds en de bodembegroeiing van de waterlopen gemaaid. Waterlopen in woongebieden krijgen extra aandacht om het risico op wateroverlast voor de omwonenden zoveel mogelijk te beperken. Het ruimen van slib gebeurt wanneer dit noodzakelijk is om de normale waterafvoer te garanderen.

Naast het onderhoud en herstel van waterlopen neemt de provincie in de strijd tegen wateroverlast ook grote collectieve maatregelen, zoals het aanleggen van gecontroleerde overstromingsgebieden en bufferbekkens. Het inrichten van een gecontroleerd overstromingsgebied gebeurt niet van vandaag op morgen. De provincie Vlaams-Brabant analyseert vooraf waar de grootste knelpunten zijn en waar voldoende ruimte beschikbaar is om water te bufferen. Bij de opmaak van het ontwerp wordt onderzocht hoe de beschikbare ruimte én het bestaande reliëf optimaal kunnen benut worden zodat met minimale aanleg van infrastructuur en dijken zoveel mogelijk water kan gestockeerd worden. Bij hevige regenval vullen de gecontroleerde overstromingsgebieden zich wanneer een vooraf ingesteld waterlooppeil wordt overschreden. Op die manier beschermen we stroomafwaartse zones tegen wateroverlast.

De aanleg van overstromingsgebieden en bufferbekkens is belangrijk maar niet voldoende. Er zijn meer maatregelen nodig. Zo moedigt de provincie gemeenten met financiële middelen aan om via een hemelwaterplan een visie uit te werken om het water maximaal ter plaatse te houden en niet versneld af te voeren.

"Al deze maatregelen hebben de voorbije weken hun nut bewezen en hebben erger kunnen voorkomen. Tenslotte zorgen we er ook voor dat we klaar staan en ons niet laten verrassen door overstromingen. Zo werken we verder aan de uitbreiding van het meetnet op onze waterlopen en investeren we mee in de ontwikkeling van een overstromingsvoorspeller op straat- en buurtniveau", aldus gedeputeerde Bart Nevens

Gouverneur wil snellere uitvoering plannen

In de komende weken gaat provinciegouverneur Jan Spooren overleggen met de burgemeesters van de gemeenten die vorige week door wateroverlast getroffen werden.

“In veel gemeenten liggen reeds concrete plannen voor bufferbekkens of andere preventieve maatregelen op tafel en we willen samen met hen bekijken hoe we die eventueel versneld kunnen uitvoeren", zegt gouverneur Jan Spooren. "Daarnaast zullen we ook de noodplanningsprocedures en de inzet van onze hulpdiensten grondig evalueren. Zowel waterbeheerders als hulpdiensten en lokale besturen hebben schitterend werk geleverd in Vlaams-Brabant, maar uit een crisis van deze omvang zijn altijd lessen te trekken en er zijn ongetwijfeld zaken die verbeterd  kunnen worden”.