Onderwijs: onze toekomst!

Gespannen als de pees van een competitieboog op de Olympische Spelen (als ze plaatsvinden) staat ze in het midden van het kantoor van de Voorzitter van de Onafhankelijke Republiek Overnelle (ORO). Kantoor? Eerder een receptiezaal waar je 199 gasten kan ontvangen. Als je het mahoniehouten bureau wat verschuift makkelijk 209 maar dan moet je met vier zijn want je wil niet weten wat dat weegt!

“Ter plaatse rust” is de reactie van de Doorluchtige die vandaag veel werk heeft (er liggen zeker twee A-viertjes klaar) maar mild gestemd is want hij heeft de medewerking van de kleine maar pezige juf van Evaristje nodig. Dus liever wat stroop dan azijn doorheen het gesprek gesmeerd.  De juf ontspant opgelucht bij dit bevel als een gitaarsnaar die twee tonen lager wordt gedraaid. De President vindt onderwijs en jeugd de toekomst waarin dient geïnvesteerd dat schreef hij nog in zijn laatste oekaze. Zelf heeft hij wat schoolkansen gemist en dat wil hij compenseren.

“Dag juf alles in orde in onze school?” “Jazeker Voorzitter, er was enkel vorige week een probleem toen mijn leerling Evarist twee dagen niet is komen opdagen. Zijn vader had op een buitenlandse site gelezen dat de kinderen van de lagere school in quarantaine dienden te gaan. Hij was eventjes vergeten dat we in de Republiek leven… Ik heb dan de wc-deur met het hartje een likje verf gegeven net als de lessenaar van Evarist en ben hem de tweede dag, na het opdrogen van de verf, thuis gaan ophalen. De vader had het ellendige nieuws van het nabije koninkrijk, graafschap en vrijstaat verward met onze enclave, daarvoor moet je hier al zo lang wonen!”

“Daar wil ik het even over hebben want ik heb al gezien dat Mies van de laatste nies hier soms rondsluipt met haar camera. De laatste sensatie wil ze als eerste brengen. Daarom dat ik wil afspreken dat een probleem niet eerst aan de krant wordt gemeld maar hier bij mij. OK?”

“Absoluut Voorzitter” zegt de ernstige juf die niet houdt van gazettenpraat.

“Misschien moeten we volgend jaar ook eens denken aan wat aanpassingen aan het schoolgebouw, dat deurtje met het hartje heb ik nog gekend! Misschien moeten we maar een nieuw gebouw zetten met een sportzaaltje erbij. Ik heb gelezen dat mijn collega van de vrijstaat ook plannen koestert in die zin en we moeten zien dat we attractief blijven voor onze Evarist. We moeten er daarom hier geen 95 huizen aan vastplakken, er woont hier al volk genoeg!”

“Misschien” ziet de Illustere haar denken maar niet zeggen. De juf is altijd op haar hoede als de grote Roerganger komt aandraven met wilde plannen. Ze ziet het wel als de eerste spade in de grond gaat en daarbij een sportzaal… dan moet ze nog sportsloffen gaan kopen!

Belleman