reflecteren

Discussiëren. Riposteren.

Disputeren. Oreren.

Fulmineren. Kleineren.

Bruskeren. Vegeteren (sommigen).

Persevereren. Amuseren

Alcoholiseren. Regeren.

Ambeteren. Degusteren.

Presenteren. Deviëren.

Parlementair worden kan je niet leren.