Rennen voor je leven

Even voor achten sta je met je ticket klaar aan de incheckbalie van Zaventem. Het vliegtuig zal je naar de Poolse hoofdstad brengen voor een tussendoor vakantie. En dan die oerknal en een snerpende pijn in het been. Het overkwam Lombekenaar Louis Van Gucht, Belleman aanhoorde zijn verhaal.

In de luchthaven kwam hij VRT-medewerkster Tatyana Beloy nog tegen. Louis kent haar papa nog want ze speelden samen professioneel voetbal bij Beerschot. De telefoonverbinding met papa Beloy was echter gestoord en Louis vervolgde zijn weg naar de balie. Weliswaar iets te vroeg maar liever wat te vroeg dan te laat.

‘Row ‘ twee was nog niet geopend toen Louis naar voren werd gedrukt door de enorme kracht van een ontploffing wat verderop aan ‘Row’ vier. Een vale schijn, een walm van stof en een scherpe pijn in het been. Overal paniek en mensen die riepen en huilden. Louis dook voorover de transportband op die naar het bagagedepot beneden leidt. Hij volgde hierbij twee medewerksters van de luchthaven. Louis riep om hun hulp in meerdere talen maar ze lieten hem aan zijn lot over, de ontreddering was te groot. Het was ieder voor zich in deze overlevingsren.

Eenmaal beneden strandt hij tussen allerlei valiezen. Zelf heeft hij in een reflex zijn valies nog meegesleurd. Gelukkig laat zijn goede lichamelijke conditie al dit gesleur en geklauter nog toe. Een bagagemedewerker laat hem buiten op de tarmac waar de vluchtende mensen verzameld worden in de grote hangar 45 waar het vliegtuig werd uitgehaald. Honderden mensen stromen toe, verward, gekwetst. Iedereen probeert te bellen, sommigen nemen foto’s of filmen deze hectische ondenkbare toestand. Eén vraag overheerst: zijn we hier nu veilig? Gaat er hier geschoten worden of zit er ergens een bom verstopt in de rugzak? Alles is mogelijk.

Louis komt wat meer tot zichzelf en merkt dat zijn broek kapot is en dat er bloed langs zijn been stroomt. Een metalen voorwerp van de fragmentatiebom heeft zich in zijn bovenbeen genesteld. Een Amerikaanse dokteres, ook een passagier, bekommert zich om hem en legt een verband aan. Louis kan verder, alles verloopt in zijn geest als op automatische piloot.

Hij kan de luchthaven verlaten en begeeft zich te voet naar het station van Zaventem waar hij na wat wachten de bus kan nemen naar Vilvoorde. Zoon Jonas kan hem daar oppikken en brengt hem veilig thuis. Eén gedachte overheerst eenmaal thuis: safe! Toch stelt hij nadien vast dat hij zich van de rest van de dag weinig herinnert. Het is een vage roes die niet toelaat in detail te denken.

Nadien pas besef je, zegt Louis, dat je geluk hebt gehad. Dat het slechter had kunnen aflopen. Het waarom van deze acties is ook voor Louis, zoals voor zoveel anderen, onbegrijpelijk…

De dag nadien herinnert de pijn in je lichaam je constant aan deze vreselijke aanslag. Voor alle zekerheid gaat hij nog langs bij de huisdokter om te zien of alles uit de wond is verwijderd. Hij krijgt nog een spuit tegen tetanus en hij kan naar huis. Als Belleman hem belt voor deze afspraak, hoor ik via de telefoon dat Louis niet in zijn normale doen is. Op het einde van ons indringende gesprek, zegt Louis me dat het goed doet om hierover toch met iemand te kunnen praten.

Louis houdt zich bezig met de tuin, als het weer het toelaat. Ook zijn toeristisch gidsen is voor hem een welkome afwisseling. Deze stevige sportman met nog veel energie, heeft het niet makkelijk dat merk ik. Hij is een taaie maar toch zal het plaatsen van deze gebeurtenis de nodige tijd vergen.

We gunnen hem de tijd. Belleman is Louis dankbaar dat hij tijd maakte en zijn verhaal met ons wou delen.

Belleman