Tis weer voorbij die ...

De zomer, bij ons wat later dan verwacht met uitzonderlijke temperaturen in september, zit erop.

Een mens zou er van gaan mijmeren als het bijna vierduizend jaar oude Minos-stof via de afvoer van de vertrouwde douche wegspoelt. Maar kom: stof keert weer tot stof werd ons altijd voorgehouden, het perpetuum mobile dient in standgehouden. The never ending story must go on.

Voor de meesten onder ons was Vlaanderen niet warm genoeg want men zocht zonniger bestemmingen op. Turkije was om voor de hand liggende redenen minder populair dan normaal. Griekse eilanden en Spaanse costas profiteerden van het gerommel in Ankara.

De Belgische kust kende een goed zomerseizoen, de klaagmuur heeft dit jaar minder werk. Ze kunnen er opnieuw tegen net als de vele toer(t)isten die de file en de werken aan het station van Ternat al opnieuw gewoon zijn.

Wie na zijn vakantie terugkeert naar de normale omgeving, vindt het hier meestal niet slecht. Ook al schijnt de zon hier soms wat minder straf en zijn er minder aanlokkelijke terrassen, een mens houdt van het vertrouwde.

De herfst zal ons wat meer regen en wind brengen. Bladeren zullen het geweten hebben, ze worden het slachtoffer van bomen die denken aan wintersport. Na de zomerse drukte kunnen de komende maanden andere inspiratie met zich brengen. Elk seizoen heb zijn voordeel…

Voor het Ternatse verenigingsleven het moment om opnieuw in actie te schieten. Voor de vele leden het gepaste excuus om uit hun kot te komen. Voor de sportievelingen onder ons zal het binnenkort even wennen worden met het noodzakelijk sluiten van het sportcomplex en zwembad. Alternatieven zijn geboden, hopelijk werd iedereen bediend?

Ook in de Ternatse politiek worden het spannende maanden. Een burgemeester die vertrekt, een nieuwe die aantreedt. Van ‘oiren zeggen’ weet een mens al veel en dus niets. Feit is dat het politieke landschap wel zou kunnen veranderen. We zien het wel, voor de meeste burgers ligt daar niet hun prioriteit. Wat echter niet maakt dat een geruchtenmolen ambiance brengt.

Het zou een mooie rubriek kunnen worden voor Belleman: ‘van oiren zeggen’… We zien nog wel.

Aan mijn voorraad hout te zien, zal het geen straffe winter worden. Laat ons hopen ook niet in de harten van diegenen die ons moeten ‘besturen’.

 

Belleman