Zwemmen!

Deze week was zenuwslopend! Niet alleen voor Trump ook voor onze Voorzitter.

Die ene trouwe lezer weet dat onze illustere Voorzitter van de Onafhankelijke Republiek Overnelle niet verlegen is om boude uitspraken de wereld in te gooien, dat heeft hij gemeen met de Trumpeur van over de grote plas. Bij onze grote Roerganger zijn de beweringen echter waar, iets wat niet altijd kan gezegd worden van “Orange man” die betrapt wordt op 300 leugens per dag.

“In principe zijn jullie allemaal dood” verkondigde de grote snordrager vanop zijn bordes, hij is de enige met een bordes, tot de menigte.

47 koppen telde Miek de communicatiefreak, enkel Danira lag met Dafalgan in bed, de rest was aanwezig. “Alle inwoners van de Onafhankelijke plus twee is eigenlijk juister” zo ging hij verder, “Zoveel mensen overleden gisteren in het naburige koninkrijk aan het vieze beest: 50! Ik heb het gelezen in de buitenlandse pers die voor één keer niet loog!” Het volk, dat normaal staat te blinken bij het zien van hun grote voorbeeld op zijn bordes, verschrompelde haast bij deze vernietigende boodschap. Het werd ijzig stil, machteloos als ze zich voelden in deze ongeziene wereldwijde crisis en zijn bijhorende ellendige cijfers.

“Jullie beseffen dat de inspanningen die jullie leveren, resultaat opleveren. Hier blijven we gespaard, voorlopig…Niet naar het tennis gaan, handen wassen, intieme contacten beperken en geen interviews lezen van Annemans!” Bij het woord intiem was er bijna een vettig knipoogje van onze illustere te merken richting Simonneke.

We houden inderdaad verstandig stand. Onze leuze is, net zoals de Hollanders, “Luctor et emergo”, Mies van de laatste nies maakt er “Ik worstel en ik kom boven” van. Ook goed als we maar de kracht blijven vinden om verstandig weerstand te bieden, vindt onze Voorzitter die als geen ander de exacte ernst van deze toestand weet in te schatten. Het volk volgt hem dan ook blindelings. In moeilijke tijden heeft hij nog een tweede devies: “niet memmen maar zwemmen!” Iedereen in ORO beseft dit ook al staat het water bijna aan de lippen.

Belleman